Amsterdam is de afgelopen jaren niet bepaald een plek waar we veel punten halen. De laatste keer dat we in de ArenA wisten te winnen is alweer een hele lange tijd terug. Op 31 januari 2009 wonnen we met 0-1 door een rake vrije trap van Danijel Pranjic in de 59e minuut. Doordat Heerenveen de wedstrijd verder zonder problemen wist uit te spelen konden de meegereisde Heerenveen supporters een prachtig feestje vieren in het uitvak. Een gewonnen uitwedstrijd is altijd een mooi feestje voor de mensen in het uitvak, onverwacht bij een topploeg winnen zo mogelijk nog meer. Tussendoor speelden we nog 2 keer gelijk in Amsterdam, maar een echte overwinning is dus alweer even geleden.
Een mooie terugblik
Genoeg reden om eens terug te blikken op deze memorabele awayday. We doen dit door de ogen van iemand die er destijds in het uitvak bij was. Onze medesupporter Hielke is onder Heerenveensupporters al jarenlang een bekend gezicht en ook op die betreffende januari-avond was hij erbij. Onderstaand verslag is hoe het 10 jaar geleden ging:
Het voelt altijd een beetje als een opoffering. Een duur kaartje, voor veel geld parkeren en tussen alle macho’s en gelegenheidsfiguren naar het stadion wandelen om vervolgens een oneindige serie betonnen zigzagtrappen op te sloffen. Ook een repeterend verschijnsel is de lokale jeugd die ter compensatie van de dure catering met wat slingerworpen voor gratis alcoholvrij bier zorgt. Mijn favoriete voetbalomgeving is het niet. Er is dan maar één remedie: winnen.
Ik weet nog dat het vrij rustig was in het uitvak. Ondanks dat we de drie wedstrijden daarvoor hadden gewonnen was niemand er gerust op dat ook Ajax aan de zegekar zou worden gebonden. Maar toen de wedstrijd eenmaal begonnen was, bleek dat we van de Amsterdammers dit keer niet zoveel te vrezen hadden. Heerenveen had de wedstrijd onder controle en Ajax was niet bij machte om veel uit te richten. De sfeer in het uitvak was uitstekend en de wedstrijd kantelde steeds meer de goede kant op. Tijdens de rust overheerste tevredenheid en de hoop op een goede afloop, mede door een onterecht onthouden strafschop. Ajax opereerde als los zand –niet in de laatste plaats dankzij de onnavolgbare tactische beslissingen van Van Basten-, daar waar Heerenveen plotseling als een zeer sterk collectief voor de dag kwam. Overal, van de keeper tot en met de aanval, oogde het kalm en zelfverzekerd. En toen viel de goal van Pranjic. Vreugde en feest alom in het uitvak. Op de gezichten een combinatie van blijdschap en ongeloof. Je zag de mensen denken: ‘wat overkomt ons hier nou?’
Van mezelf ben ik soms vrij pessimistisch ingesteld. Ajax uit is altijd een lastige uitwedstrijd en die gelijkmaker zou dus nog wel vallen dacht ik, Menigeen die bij mij in het uitvak stond zal vast hetzelfde hebben gedacht. Maar het viel mee. De gelijkmaker viel niet. Het verschil met de 0-1 winst van twee seizoenen daarvoor was erg groot. Toen was de spanning bijna ondragelijk, nu kabbelde de wedstrijd rustig voort en was er zelfs plaats voor uitgelaten meligheid in het vak. De angst dat het nog mis zou gaan was nauwelijks aanwezig. Naarmate het eindsignaal naderde kwamen met name de titelaspiraties van Ajax uitgebreid aan bod. Van de wedstrijd heb ik hierdoor te weinig meekregen om echt te kunnen analyseren, en dat is altijd een goed teken. Het was een prachtige overwinning, een uitstekende teamprestatie. Na afloop werd het feest nog een half uur verlengd, in een lege Arena. Ook toen was het stil aan de overkant.
Positieve ontwikkelingen in 10 jaar tijd
Dat was dus hoe het in 2009 eraan toeging. Op een week na exact 10 jaar na deze wedstrijd speelden we toevallig weer in Amsterdam tegen Ajax. Deze keer werd het een spectaculair 4-4 gelijkspel en ook hier was Hielke uiteraard weer aanwezig in het uitvak. We spraken hem ook even kort over deze wedstrijd:
Ondanks dat we niet hebben gewonnen vond ik deze wedstrijd eigenlijk mooier dan de overwinning in 2009. Alles zat erin. Waar het in 2009 een vrij tamme wedstrijd was, stond het afgelopen zondag bol van de spanning. We hadden de wedstrijd op het eind zelfs nog kunnen winnen, maar ook zomaar nog kunnen verliezen. Dat je dan na zoveel strijd in de blessuretijd alsnog een puntje pakt is dan een heerlijk gevoel.
Ook qua gastvrijheid hebben ze in Amsterdam stappen gezet in mijn ogen. Vroeger hadden ze een slechte naam en was de gastvrijheid soms ver te zoeken. Afgelopen zondag viel dat echter mee. Van de biergooiende jeugd van 10 jaar geleden heb ik geen last gehad, de catering is verbeterd en met 5 euro is het kaartje ook absoluut niet duur meer. Je wordt na afloop van de wedstrijd ook niet meer vastgehouden in het uitvak, waar dat 10 jaar geleden nog wel gebeurde. In de hoofdstad zijn ze dus stappen in de goede richting aan het maken met het ontvangen van het uitsupporters. De moraal van het verhaal is wat mij betreft gewoon altijd meegaan, ook al heb je er geen vertrouwen in. Misschien wordt het deze keer wel wat.